Rond 1825 woonde zij met echtgenoot Egbert Rot te Noordijk in huis nr. 260, waar zij tot rond 1840 zijn blijven wonen. Blijkbaar is het huwelijk daarna gestrand: Egbert Rot woonde sindsdien op diverse adressen in Neede als kostganger, Aaltje werd nog in Borculo gesignaleerd bij de huwelijken van haar zonen Arend Derk Rot in 1842 en Arend Derk Koeslag op 8 april 1843, ze was toen "Arbeidster, in deze gemeente wonende". Blijkbaar is het huwelijk niet officieel ontbonden, want op de overlijdensakte van Egbert staat nog dat hij gehuwd was met Aaltje.